MOREAU Max Léon

DE ZELDZAME PAREL

Gemengde techniek op papier: 29,5 x 40 cm
Gesigneerd en gedateerd '1935' middenonder

Schilder van figuren, portretten, genretaferelen en stillevens; aquarellist.

Max Léon Moreau was een leerling van zijn vader, de schilder Henri Moreau, en hij bracht maanden door met het besturen van de schilderijen van Frans Hals en Diego Velazquez in het Museum voor Schone Kunsten van Brussel. Wat echter de meeste indruk op hem zou maken was de eerste van in totaal vijf reizen naar Tunesië die hij tijdens zijn leven zou maken. Dat eerste bezoek vond plaats in 1929 en zou beslissend blijken: de ontdekking van een nieuw en ander Noordafrikaanse ‘licht’ zou zijn oeuvre aanzienlijk beïnvloeden. Moreau bracht de oorlogsjaren in Frankrijk door. In 1947 trok hij naar Marrakech. Hij leefde opnieuw in Frankrijk van 1950 tot 1967, alhoewel deze jaren ook bepaald worden door reizen naar de Verenigde Staten, de Bahama’s, Spanje en Portugal. Hij zou zich uiteindelijk in 1965 definitief in Granada vestigen. Moreaus vroege werk wordt beïnvloed door zijn Vlaamse roots. Vanaf 1919 vond hij een gat in de markt en ging hij portretten van het Brusselse theaterleven schilderen en, vanaf de jaren twintig, van de Comédie Française in Parijs. Tijdens zijn verblijf in Spanje werden zijn schilderijen geleidelijkaan meer gediversifieerd en lichter.

Max Moreau is vooral bekend voor de precisie die hij in zijn portretten legde. Als schilder van genretaferelen, gaf hij doorsnee-menen weer bezig met hun dagelijkse bezigheden, omringd door een pleiade van voorwerpen, zoals fruit en vis, waardoor hij als het ware stillevens met mensen creëerde.

Moreau stelde tentoon in Tunis, Algiers, Casablanca, Brussel, Aarlen, Charleroi, Antwerpen, Luxemburg, Parijs, de Provence, New York, Milwaukee, Palm Beach, Madrid, Marbella en Granada. In 1996 werd een postume retrospectieve georganiseerd in Granada.

Periode:
Soignies (Henegouwen) 1902 - Granada (Spanje) 1992
Belgische School

Musea:
Doornik - Granada - Luxemburg - Nîmes - Tunis

Literatuur:
E. Bénézit, "Dictionary of Artists", Parijs 2006, Vol. 9, p. 1286-1287.