GUILLORE Alphonse

PROJECT KOETSWERK TWEEZITSCABRIOLET DELAHAYE

Chinese inkt, aquarel en gouache op papier: 28,5 x 42 cm
Inscripties middenboven 'Delahaye' en middenonder: 'Guilloré carrossier'

Frans koetswerkbouwer gevestigd in Courbevoie, een voorstad van Parijs, grenzend aan Neuilly-sur-Seine.

Alphonse Guilloré, geboren op 25 februari 1896 in Parijs, vocht in WOI bij het 21ste en vervolgens het 61ste Batallion Lichte Infanterie. Hij raakte zwaargewond en werd 100% invalide verklaard. Als blijk van waardering voor zijn excellente staat van dienst, werd hem de Militaire Medaille met het Oorlogskruis met palmblaren toegekend en werd hij benoemd tot Officier in het Légion d’honneur. Hij nam, als lid van verschillende verenigingen van oud-strijders, actief deel aan oorlogsherdenkingen.

Plaatstaalbewerker en koetswerkbouwer van opleiding, richtte hij in 1929 zijn eigen firma op. Hij werkte voor verschillende constructeurs, maar pas vanaf 1937 kreeg hij naam en faam met koetswerken voor de Franse autobouwer Delahaye (1934-1954). Hij bouwde, zoals zijn collega-koetswerkbouwers, fabriekswagens, maar ook zijn eigen ontwerpen, waarmee hij veelvuldig in de prijzen viel op de toen zeer gesmaakte concours d’élégance. Hij bouwde ook koetswerken voor chassis van Delage, zoals de D8-120, waarvan een geleverd werd aan Vincent Auriol, de toenmalige Franse President, en een voor Bugatti op basis van het chassis 101502.  Parallel aan de productie van luxewagens, bouwde hij ook bestelwagens op het chassis Type 163 van Delahaye, en utiliteits- en publiciteitsvoertuigen voor verschillende constructeurs. Vanaf 1954, bij het verdwijnen van Delahaye, bouwde hij o.a. lijkwagens en vrachtwagens voor radiologische en andere medische onderzoeken ten behoeve van arbeidsgeneeskunde en verschillende militaire bestuurderscabines voor Berliet.

De firma A. Guilloré sloot haar deuren in 1974.

Zijn samenwerking met Delahaye vertaalde zich vanaf 1934 in een super de luxe limousine met 6 plaatsen op basis van het chassis Type 154. Hij bouwde vervolgens, zoals andere koetswerkbouwers, fabriekswagens, maar ook zijn eigen creaties op basis van het chassis Type 135 van Delahaye. Hoewel gespecialiseerd in gesloten modellen, won de cabriolet ‘Estérel’ in 1948 de eerste prijs op het Concours d’élégance van Enghien. De cabriolet ‘Béarn’ kaapte dan weer de overwinning weg op het concours van Monte Carlo. Hij zou tevens een verbazingwekkende break bouwen.

Periode:
Parijs 1896 - Courbevoie-sur-Seine 1974
Franse School

Literatuur:
J.-P. Tissot, "Delahaye; La belle carrosserie française", E.T.A.I., 2006.
J. Dorizon, F. Peigney & J.-P. Dauliac, "Delahaye; Le Grand Livre", Uitgeverij EPA, 1995.