PASTORALE WANDELING

J.B. Klombeck: Schilder van landschappen.

Johann Bernard Klombeck volgde zijn opleiding aan de academie die in 1841 door de Hollandse romantische landschapsschilder Barend Cornelis Koekkoek opgerichte was in Kleve. Klombeck werd algemeen beschouwd als een van Koekkoeks beste leerlingen. Hij stelde tentoon op verschillende internationale Salons, zoals die van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dresden en Berlijn.
Klombeck is vooral bekend voor zijn romantische taferelen en winterlandschappen. Het was waarschijnlijk Koekkoek die Klombeck voorstelde aan Eugène Verboeckhoven, met wie hij in 1844 had gewerkt. De twee begonnen samen te werken in 1856.

Eug. Verboeckhoven: Schilder van dieren, geanimeerde landschappen en portretten; beeldhouwer, graveur en lithograaf.

Eugène Verboeckhoven was een leerling van zijn vader, de beeldhouwer Barthélemy Verboeckhoven. In 1816 was hij werkzaam onder Albert Joseph Voituron te Gent, waar hij vanaf 1820 exposeerde. Hij doorkruiste de Ardennen en een deel van Frankrijk en bezocht achtereenvolgens Engeland, Duitsland en Italië. Hij speelde een actieve rol in de Revolutie van 1830 en werd tot directeur-generaal benoemd van de musea van Brussel. Verboeckhoven genoot grote faam.

Hij stoffeerde werken van Jean-Baptiste De Jonghe, Pierre François De Noter, Barend Cornelis Koekkoek, Edouard Delvaux, Alexander Joseph Daiwaille, Frans Keelhoff, François Verheyden en Louis-Pierre Verwee, die, net zoals de broers Charles en Edmond Tschaggeny, zijn leerling was.