BROUILLET Pierre Aristide André

HET DAGELIJKS LEVEN VAN EEN GENTLEMAN

Serie van 10 aquarellen op papier: 49,5 x 38,5 cm
Gesigneerd rechtsonder; gedateerd '1890-1900' op rugzijde van een werk

Schilder van historische en militaire onderwerpen, scènes uit het dagelijks leven, geretaferelen, portretten, ontwerpkartons voor wandtapijten en landschappen; illustrator.

André Brouillet werd geboren op 1 september 1857 in Charroux als de zoon van de beeldhouwer Pierre Amédée Brioullet.

Alhoewel hij in 1876 toegelaten werd tot de ingenieursopleiding aan de Ecole Centrale, verkoos hij na drie jaar, in 1979 te switchen naar de École des Beaux-Arts, waar hij studeerde onder Jean-Léon Gérôme en vervolgens, in 1880, bij Jean-Paul Laurens.

Brouillet stelde vanaf 1879 tentoon op het Salon en hij won er in 1881 een eervolle vermelding, een derde klasse medaille in 1884 en een tweede klasse medaille het jaar daarop. Hij werd opgeleid in een academische stijl en schilderde vooral genretaferelen, portretten en landschappen. Het meest bekend werd hij echter door zijn groepsportret “Une leçon clinique à la Salpêtrière”, een weergave van een klinische les door Jean-Martin Charcot die een hysterische vrouw, Marie “Blanche” Wittman, behandelt met hypnose. Onder de toehoorders bevinden zich Joseph Babinski, Charcots assistent, Georges Gilles de la Tourette, Théodule Ribot, Paul Richer, Jules Claretie en andere prominente artsen. De Zweedse schrijver Per Olov Enquist liet zich door het schilderij inspireren voor zijn roman “Blanche en Marie” (2004).

Later in zijn carrière zou Brouillet veel oriëntalistischje werken schilderen. Hij reisde verschillende keren naar Tunesië.

Brouillet werkte ook als illustrator voor Paris Illustré en Figaro Illustré en was tevens ontwerper van kartons voor tapijten en illustrator van boeken, onder andere van Guy de Maupassant en Paul Bourget.

In 1906 werd hij opgenomen in het Légion d’honneur. Hij overleed op 6 december 1914 aan een beroerte, 57 jaar oud.

Periode:
Charroux 1857 - Couhé 1914
Franse School

Musea:
Besançon - Grenoble - Mulhouse - Nice - Parijs - Reims - Saintes

Literatuur:
E. Bénézit, "Dictionary of Artists", Parijs 2006, Vol. 2, p. 1312.