de SAINT GENOIS Charles-Albert

SIR JOHN HEWELT EN ZIJN MARIONETTEN

Olieverf op doek: 61 x 51 cm
Gesigneerd linksonder

Schilder van genretaferelen, stillevens, portretten en landschappen.

Charles-Albert de Saint-Genois was een leerling van Henri Gervex (1852 – 1929), Ferdinand Humbert (1842-1936) en Tony Robert-Fleury (1837-1911). In 1885 stelde hij zijn “Au Moulin de la Galette” tentoon op het Salon van Parijs en in 1886 zijn “Une répétition au café-concert des Ambassadeurs” op het Salon des Artistes Français, ook in Parijs. In datzelfde jaar exposeerde hij drie werken (“Violettes”, “Bords de la Seine (Paris)” en “Fruits”) op het Salon des Artistes van Nantes.

Charles-Albert de Saint-Genois de Grand Breucq kwam uit een oude, adellijke familie uit Henegouwen. Zijn overgrootvader, François Joseph, Graaf van Saint-Genois, was een historicus, genealoog en afgevaardigde van Henegouwen bij de Staten-Generaal. Na de Brabantse Omwenteling vestigde hij zich in Praag en werd hij kamerheer van keizer Frans II. Bij haar terugkeer in Tournai werd de familie zwaar getroffen door de afschaffing van hun feodale rechten en andere maatregelen genomen onder het regime van Napoleon. Geruïneerd, wachtte de graaf de val van Napoleon af om opnieuw zijn titels op te nemen en benoemd te worden tot Eerste Wapenheraut van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Charles-Albert was gepassioneerd door populaire onderwerpen, zoals het circus, bals en straattheaters. Hij benadrukte gezichten meer dan lichamen, zoals marionetten die beroemde persoonlijkheden uitbeeldden.

Dit schilderij stelt Sir John Hewelt voor met zijn marionetten van koning Leopold II van België en koning Edward VII van Engeland.

Zijn grootvader, Graaf Ferdinand (1793-1838), lijkt een gezapig leven als magistraat te hebben geleid. Een dochter van Graaf Ferdinand, Charlotte Elisabeth, de Gravin van Saint-Genois de Grand-Breucq (1830-1900), vestigde zich eerst in het noorden van Frankrijk en vervolgens in Asnières bij Parijs. Ofschoon ze vrijgezel was, kreeg ze toch drie zonen: Hippolyte Alexis, geboren in 1853, Paul Alfred, geboren in 1857 en Charles-Albert.

Reeds van jongsaf gepassioneerd door schilderkunst, ging Charles-Albert studeren aan de Ecole des Beaux Arts in Parijs, waar hij les kreeg van Joseph-Nicolas Robert-Fleury (1797-1890) en Fernand Humbert (1843-1934). De jonge kunstenaar raakte bevriend met Henri Gervex (1852-1929), die een beslissende invloed op zijn carrière zou hebben.

In 1885 debuteerde de Saint-Genois op het Salon met “Au Moulin de la Galette” (no 2172). Het jaar daarop stelde hij “Une Répétition au café-concert des Ambassadeurs” tentoon, dat eigendom was van een zekere M. Ducarre (no 2107). Zoals wel meer schilders uit die tijd, was de Saint-Genois gek op volksvermaak: bals, circussen, straattheater, een wereldje dat hij goed kende door zijn broer Paul Alfred, die onder de naam Dicksonn optrad als goochelaar en vervolgens een theater in Asnières leidde. Charles-Albert nam in 1892 deel aan de tentoonstelling die zijn broer had georganiseerd ‘op de terreinen van Buffalo Bill’ aan de Porte Maillot ter gelegenheid van de verjaardag van de ontdekking van Amerika door Columbus. Charles-Albert was verantwoordelijk voor het ‘panoramisch museum’, terwijl zijn broer zich bezig hield met het ‘theater van de geschiedenis van de hekserij’. Het publiek kon ook pantomimes en ‘verschillende attracties’ ontdekken en dansen.

Periode:
Avesnes 1850 - Asnières-sur-Seine 1918
Franse School

Musea:
Parijs

Literatuur:
Archief Berko