HAAG Carl

HET LEKKERE BROOD

Olieverf op paneel: 27 x 21,5 cm
Gesigneerd linksondert

Schilder van typische figuren, portretten, (geanimeerde) landschappen en architectuur; aquarellist, schilder van gouaches, miniaturist en tekenaar. Oriëntalisme.

Carl Haag was een leerling van Albert Reindel aan de Academie in Neurenberg en van Peter von Cornelius en Wilhelm von Kaulbach in München. Hij reisde naar België, Frankrijk, Italië, Syrië en Egypte en deelde een studio in Cairo met Frederick Goodall. Vervolgens vestigde hij zich in Engeland en werkte hij zowel in Londen als in zijn atelier in Oberwesel aan de Rijn. Hij was lid van de Society of Painters in Watercolours en van de Royal Society of British Artists. Hij was hofschilder van de hertog van Saksen-Coburg-Gotha. In 1859 bracht hij enige tijd door in Jeruzalem, waar hij op verzoek van de koningin van Engeland het voorrecht had toegelaten te worden tot het interieur van de Omar-moskee om er de Heilige Rots onder de koepel te schilderen, waar nog geen enkele schilder voor hem had mogen werken. In 1878 werd hij benoemd tot Chevalier in het Légion d’Honneur.
Hij ging vervolgens steeds minder met olieverf werken om zich tenslotte uitsluitend aan aquarel te wijden, waarbij hij zijn eigen techniek uitwerkte: hij bracht pure kleuren op waslagen aan, stippelde met de punt van een penseel en kraste vervolgens de overtollige kleur weg om heldere tonen te verkrijgen.
Haag schilderde oriëntalistische onderwerpen, landschappen met figuren naar locaties in Tirol en Italië, figuren, architectuur en hoofden van vrouwen.
Haag exposeerde in Londen, in Wenen, waar hij in 1873 een medaille kreeg, en in Parijs op de Exposition Universelle van 1878.

Periode:
Erlangen 1820 - Oberwesel (Rijn) 1915
Duitse School

Musea:
Bristol - Londen

Literatuur:
E. Bénézit, "Dictionary of Artists", Paris 2006, Vol. 6, p. 966-967.
U. Thieme & F. Becker, "Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler; von der Antike bis zur Gegenwart", Leipzig 1978, Vol. 15, p. 382-383.